Voor een lichtere uitvoering (meer dan 6250 toeren), zie artikel # BP 406010Tech-TalkControleer de vrijloop tussen de nokvolger bij vol lift. Er moet dan minimaal 1 mm ruimte tussen carter en nokvolger over zijn.
Het materiaal waarvan de nokkenas en de nokvolgers gemaakt zijn, bepalen de loopeigenschappen van deze onderdelen op elkaar. Is die te hard of te zacht, gaan de onderdelen op elkaar vreten en ontstaat er onherstelbare schade aan nokkenas en nokvolgers.
Je moet daarom altijd van dezelfde leverancier de nokkenas en de nokvolgers gebruiken!
Tijdens de eerste start moeten de geslepen oppervlakken naar elkaar toe slijten totdat de oliefilm tussen de nok en de nokvolger zich kan handhaven*.
Als de motor voor het eerst gestart wordt, mag de motor niet onder de 1500 omw/ min. komen. Houdt gedurende 10 tot 15 minuten de motor rond de 2000 toeren. Is er een gegronde reden om de motor voortijdig af te zetten, dan niet eerst terug op stationair, maar bij 2000 omw/ min, het contact af zetten. Na het euvel verholpen te hebben starten en direct weer op 2000 omw/ min. tot de motor zo minimaal 15 minuten gelopen heeft. Vermijd de eerste 500 km onnodig stationair draaien en stel het toerental wat aan de hoge kant af. Liever 1000 dan 700 toeren.
*Daarom zit er bij een nokkenas altijd wat speciaal vet om tijdens het opstarten tot de eerste keer 2000 toeren extra te smeren, daarna spoeld deze weg en staat de olie er alleen voor.
Hoe hoger de klepveer spanning hoe groter de druk op de nok en nokvolger en hoe gevoeliger deze opstart periode is.
Gebruik motorolie met voldoende ZDDP (technische vraagbaak, het artikel olie voor klassiekers).
Lees de bijsluiter die bij elke kwaliteitsnokkenas hoort te zitten
HH